Natuurlijk volgen we deze maand de schilders van Project Rembrandt op de voet. In de lessen die voorafgaan aan elke opdracht wordt één onderwerp heel vaak genoemd: compositie. Wat is nou het geheim van een goede compositie? Om daar achter te komen is wat basiskennis gewenst: voor mij een reden om het onderwerp ‘compositie’ in dit blog uit te lichten.
Compositie: een geheel van alle delen
Als je praat over het ontwerp van een schilderij dan is compositie een van de belangrijkste termen. Natuurlijk is vorm belangrijk en ook licht, kleur en ruimte. Met je compositie maak je van deze delen een geheel. Ontdek nu het geheim!
Een componist die een melodie bedenkt of een bloemist die een bos bloemen samenstelt: beiden zijn ze bezig met de compositie: van alle delen (muzieknoten, bloemen) een geheel maken.
Zoals een melodie rustig of snel kan zijn, zo kan een schilderij ook rustig overkomen of juist dynamisch. Het is de compositie die bepaalt wat voor effect het schilderij heeft. Dat betekent dat je een compositie kiest afhankelijk van het effect dat je met je schilderij wilt bereiken. Ook kan een goede compositie ervoor zorgen dat het schilderij boeiend blijft om naar te kijken.
Neem deze twee schilderijen van Andrew Wyeth. Deze meester van de compositie bouwde zijn schilderijen heel consciëntieus op. In het kleurenpalet zijn ze beide zeer ingetogen en er zit veel contrast van licht en donker in. Toch komt de één veel rustiger over dan de ander. Hoe komt dat? Door de gekozen compositie. Lees vooral verder, want ik ga je precies uitleggen hoe dit komt.
Ik wil beginnen met een uitspraak van Lita Cabellut in Project Rembrandt over wat een goede compositie is: “Je oog moet kunnen reizen in de compositie. Daarom moet je stations maken voor je ogen”. Dat klopt en illustreert meteen de manier waarop we kijken naar schilderijen. We kijken zoals we lezen: van links naar rechts. Onze ogen reizen als het ware over het schilderij. Ik zal dat laten zien aan de hand van een voorbeeld van een schilderij van de Groningse schilder Flip Gaasendam.
Door de schuine lijn van de tafel in de voorgrond wordt je oog van links naar rechts het beeld ingeleid. Vervolgens gaat er een schuine lijn door de gele menukaarten naar links naar de vrouw met de rode blouse. Het eindstation is de ober die wisselgeld pakt (met als tussenstation de vrouw met de witte blouse, maar hier stopt de trein niet, je oog wil verder naar de ober). Door het licht van het raam achter de vrouw met de rode blouse wordt zij letterlijk uitgelicht als ‘hoofdstation’ en hetzelfde doet Gaasendam met het eindstation: de ober met zijn rode schort wordt uitgelicht door het andere raam.
Zie je hoe de schilder ons heel handig door zijn schilderij navigeert? Dat maakt het spannend en leuk om naar deze café scene te kijken.
De Gulden Snede
De moeder van alle composities is de Gulden Snede. Daar heb je vast al eens van gehoord. Geen enkel stuk over compositie kan dit onderdeel overslaan.
De Gulden Snede werd al in de Oudheid toegepast. De oude Egyptenaren bouwden hun piramides al op basis van de Gulden Snede en de Romeinen noemden het ‘Ratio Divina’ oftewel de ‘Goddelijke verdeling’. De Gulden Snede wordt gebruikt om aandachtspunten in het schilderij aan te wijzen die in een prettige verhouding staan. Het oog zoekt deze als het ware vanzelf op. Deze aandachtspunten zijn de ‘stations’ die Lita bedoelt.
De theorie achter de Gulden Snede is zeer uitgebreid en best ingewikkeld. In de Renaissance pasten de Italianen de verhouding tot op 10 cijfers achter de komma nauwkeurig toe, maar ik wil de lineaal er liever niet bij pakken, dus ik ga de theorie voor jou wat makkelijker en direct toepasbaar maken.
De Gulden Snede staat voor een opdeling van je beeldvlak in delen in een verhouding van 3:5. Omdat ik geen fan ben van rekenen en dingen graag versimpel werk ik liever met de Derden Regel.
Als je je schilderij zowel in de lengte als in de breedte in 3 stukken deelt en lijnen trekt ontstaan 9 delen. De snijpunten van de lijnen (dat zijn er 4) zijn goede plekken voor aandachtspunten of ‘stations’.
Als je wel eens fotografeert en het raster in je beeldscherm van de camera instelt zie je precies deze lijnen staan.
Een veelgemaakte fout onder beginnende fotografen en schilders is dat ze de horizon of het gezicht van iemand in een foto in het midden zetten. Dat levert een vrij saai beeld op. Of een half lichaam met een heleboel lucht erboven. Je moet als je gaat schilderen (of fotograferen) altijd bedenken: waar ga ik het over hebben? Wat wil ik in beeld brengen?
Is het bijvoorbeeld de lucht die je interessant vindt? Neem daar dan het grootste deel (tweederde) van je schilderij voor en verlaag de horizon naar eenderde. Gaat het er juist om iets te schilderen dat zich op het land bevindt, verhoog dan je horizon zodat je eenderde lucht hebt en tweederde land.
Het effect zie je in de 2 schilderijen hierboven: in de linker gaat het om de lucht en in de rechter juist om het strand en de zee.
En als je nog even naar boven scrollt naar het schilderij van Gaasendam zie je de Derden Regel daar ook keurig toegepast.
Als je je deze kennis toe-eigent en toepast, maak je de fout van een saaie compositie nooit weer: zet je horizon en je aandachtspunt uit het midden, het liefst op eenderde, dan zit je altijd beter!
Compositie grondvormen
Naast de Gulden Snede (of Derden Regel) zijn er 6 veelgebruikte compositie grondvormen. Ze hebben allemaal een ander effect. Ik zal de compositie soorten nu toelichten met een illustratie en een kunstwerk, zodat de werking ervan duidelijk wordt:
De eerste twee zijn de centraal compositie en de over-all compositie. Ik heb ze naast elkaar gezet om meteen het effect te laten zien: de centraal compositie die Dali heeft gekozen voor zijn roos komt duidelijk, symmetrisch en rustig over. De over-all compositie van Miro ziet er druk, asymmetrisch en beweeglijk uit, omdat ons oog geen rust krijgt of een aandachtspunt kan vinden en dus ‘over-all’ over het beeldvlak schiet. We krijgen ook de indruk dat het schilderij buiten het beeldvlak eindeloos door gaat en dat past dan weer bij wat de schilder wilde weergeven: de constellaties in het heelal.
De driehoekscompositie is de derde compositie grondvorm die je hier ziet in een schilderij van Theo van Doesburg. Het komt ondanks de vele vormen en kleuren toch rustig, stabiel en symmetrisch over. Het schilderij ernaast met de rechthoeken is van Kandinsky. Je ziet een duidelijke diagonaal in de rechthoeken. Daarom noemen we dit een diagonaal compositie. Het is meer asymmetrisch en maakt daardoor een dynamischer en spannender indruk.
De laatste twee compositie grondvormen zijn de horizontaal- en de verticaal compositie. Zoals je aan de voorbeelden kunt zien komen ze beide vrij rustig over. De horizontaal compositie doet vaak aan een landschap denken. In het schilderij van Rothko zie je ook de Derden Regel weer toegepast. Rothko schilderde overigens niet voor niets het donkere vlak onderin. Dit geeft meer stabiliteit aan de compositie en kijkt prettiger omdat we dit gewend zijn om te zien in het landschap, waar de lucht ook lichter is dan het land. In het schilderij van Magritte gaat het om de bomen die de ruiter deels overlappen – of is het andersom? – Hij versterkt het idee van het bos door de verticalen te laten overheersen.
Door voor een bepaalde compositievorm te kiezen kun je dus bepalen hoe je schilderij over gaat komen: rustig? Of juist beweeglijk? Kies de vorm die bij je onderwerp past. Als je een portret schildert moet alle aandacht gaan naar het gezicht en ligt de centraal compositie het meest voor de hand. Wil je een landschap interessant maken om naar te kijken, kies dan voor de diagonaal compositie.
Terug naar Andrew Wyeth: ik had immers beloofd uit te leggen waarom het ene schilderij rustiger overkomt dan het andere?
De scheidslijn tussen de lichte sprei en de donkere muur erachter in het linker schilderij van Wyeth loopt horizontaal en door het grote contrast valt deze het meeste op. Dit maakt het een horizontaal compositie. Wij associeren een horizontale lijn met de horizon, met landschap en weidsheid dus is het effect: rust. Precies wat hij wil uitrukken met de slapende hond in de slaapkamer. Ook zien we hier de Derden Regel toegepast. De hond ligt precies op het snijpunt van de lijnen op eenderde van eenderde.
Kijken we naar het rechter schilderij van Wyeth dan valt de boomstam bijna evenveel op als de hond linksonder. De boomstam geeft een sterke diagonaal in het schilderij en versterkt de beweging van de rennende hond. Al met al een veel dynamischer compositie die ook beter past bij het karakter van de ‘wilde hond’. Ook hier weer is het aandachtspunt of het ‘hoofdstation’ van de compositie -de hond- geplaatst op eenderde van eenderde. Wyeth laat de hond bijna het beeld uit rennen, wat -heel knap- de dynamiek nog eens versterkt: we zien em nog net!
Wil je beweging uitdrukken? Gebruik dan schuine lijnen zoals Wyeth deed om de aandacht te leiden. Een rustige compositie? Gebruik de centraal compositie of de horizontaal- of verticaal compositie. Let altijd op de Derden Regel om er een spannende compositie van te maken die prettig is om naar te kijken.
Leren Componeren
Er bestaat niet één goede compositie: het hangt af van wat je wilt uitdrukken en het is ook een kwestie van smaak. Gevoel voor compositie is wel iets wat je kunt leren. Door bijvoorbeeld te kijken naar kunst, of naar reclame: welke compositie gebruikt de reclameontwerper om de aandacht naar de naam van het product te leiden of een bepaald gevoel over te brengen?
In deze Nike reclame zie je veel diagonalen. Die zijn ook nog eens aangezet met witte, paarse en gele strepen. De diagonalen versterken de dynamiek, waar het bij sport natuurlijk om gaat: beweging. Dat paars en geel is trouwens ook niet voor niks gekozen: ze zijn complementair, dus ze versterken elkaar. Maar over kleur in mijn volgende blog meer!
Beeldzoeker
Wat als je de compositie niet zelf kunt bepalen, maar dat ie vast voor je ligt zoals in een landschap of een stadsgezicht? Daar heb ik ook een handig trucje voor.
Dan helpt het namelijk om er met een beeldzoeker het meest interessante deel uit te halen.
Knip hiervoor 2 L-vormige stukken uit een velletje A4 papier of nog beter: karton. Door deze als 2 hoeken over elkaar heen te leggen ontstaat een vierkant of rechthoekig gat waar je door kunt kijken. Door de 2 hoeken over elkaar te bewegen kun je de opening kleiner of groter maken en daarmee je uitsnede bepalen.
Het werkt een beetje zoals een telelens van een foto toestel. Houd je de beeldzoeker -met gestrekte arm- ver weg, dan krijg je een kleine uitsnede. Beweeg je de beeldzoeker naar je oog toe dan wordt de uitsnede steeds groter. Je kunt zo ook bepalen of een liggend of juist een staand formaat beter werkt voor de compositie. Bedenk: symmetrie kan saai zijn, dus houdt de derden regel in gedachten en plaats een persoon of een grote boom niet in het midden van een ruimte, maar iets naar de zijkant. En let vooral op de plek van de horizon in je schilderij en vermijd hier ook weer het midden.
Minder is heel vaak meer (less is more). Een sobere compositie oogt vaak veel beter dan eentje volgepropt met allerlei details. En zo komt de blikvanger -hetgeen waar jij het over wilt hebben- vaak ook beter tot zijn recht.
Meer weten?
Deze theorie is deels afkomstig uit module 6 van de cursus Schilderen met Olieverf. Wil je ook net als de schilders van Project Rembrandt schilderen met olieverf? Kijk dan eens of het iets voor je is met de ‘Basiscursus Olieverf’ van Schilder.School. Nu met 50% korting! Daarmee heb je de online cursus met levenslange toegang samen met het materialenpakket olieverf plus de verzendkosten voor minder dan 50 euro. Ook een leuk idee: geef iemand een nieuwe passie cadeau! Gebruik de code OLIEVERF50 bij je bestelling.
0 Reacties op "Het geheim van een goede compositie"